Zicht houden op verschillen in voortgang
voor PO en VO | bijgewerkt op 17 maart 2022
Grip houden op het leerproces van leerlingen wanneer zij (deels) onderwijs op afstand volgen is nog niet makkelijk. Doordat leerlingen in verschillende thuissituaties moeten leren, ontstaan er mogelijk nieuwe verschillen of worden verschillen groter. Hoe ga je daar als school mee om?
Hoe krijg je zicht op de verschillen in voortgang van leerlingen?
Vragen die je zult moeten beantwoorden om verschil in voortgang in kaart te kunnen brengen:
- Wat hebben leerlingen wel/niet kunnen doen van de leerstof die op afstand is aangeboden?
- Hoe hebben ze dat gedaan?
- Met welke onderdelen heeft een leerling moeite?
- Welke onderdelen gaan een leerling goed af?
Deze vragen kun je stellen op het niveau van de individuele leerling en op het niveau van een groep. Kijk naar het werk dat leerlingen hebben gemaakt en naar het contact dat je hebt gehad tijdens les op afstand. Gebruik daarnaast aanvullend evaluatie- en toetsmateriaal bij de (digitale) middelen die je al in je school gebruikt.
Zie hierover ook onderstaande video met Dominique Sluijsmans, waarin zij vertelt dat elk stukje informatie van belang is.
Welke digitale hulpmiddelen kun je gebruiken?
Er zijn verschillende digitale hulpmiddelen die jou als leraar kunnen ondersteunen bij het krijgen van inzicht in (verschillen tussen) de voortgang van leerlingen. Ga na welke van deze leermiddelen je in huis hebt en hoe je deze kunt inzetten of effectiever kunt benutten.
- Onderzoek hoe de leermiddelen die je al in huis hebt kunnen bijdragen bij het in kaart brengen van voortgang. Doe dit voordat je nieuwe leermiddelen gaat inzetten.
- Zijn er leermiddelen die je kunnen helpen bij het verkrijgen van inzicht in voortgang, maar heb je nog te weinig ervaring met die middelen? Vraag een ervaren collega je te helpen. Om differentiatie op een goede manier te organiseren is het belangrijk dat leraren van dezelfde hulpmiddelen gebruik kunnen maken.
- Wanneer je vindt dat de leermiddelen je onvoldoende ondersteunen bij het in kaart brengen van voortgang, bepaal dan met het team welke voortgangsinformatie je wilt kunnen ophalen en onderzoek samen welke hulpmiddelen daarvoor geschikt zijn.
Toets- en evaluatieinstrumenten
In de periode dat leerlingen vanuit huis werkten, hebben ze gebruikgemaakt van digitale leermiddelen. Hierin is veel informatie terug te vinden over hun voortgang. Zet deze naast de andere informatie die je hebt verzameld en probeer een zo goed mogelijk overzicht te krijgen. Methodetoetsen en methodeonafhankelijke toetsen kunnen, mits zorgvuldig ingezet, helpen inzicht te krijgen in de resultaten van leerlingen.
Portfolio’s
Een portfolio geeft een meer persoonlijk perspectief op de leerling. Laat leerlingen reflecteren op wat ze geleerd hebben en wat ze juist lastig vonden. Neem voldoende tijd om hier met leerlingen bij stil te staan. Gebruiken leerlingen nog geen portfolio, dan kun je daar alsnog op een laagdrempelige manier mee beginnen. Door leerlingen in een map te laten bijhouden wat goed gaat en waarmee ze moeite hebben, krijg je gaandeweg een beter beeld.
Dashboards
Dashboards geven een overzicht van relevante informatie over de activiteiten van leerlingen en hun resultaten. Mede op basis van deze informatie kunnen beslissingen worden genomen over het vervolg van het onderwijs. Dashboards zijn te vinden in allerlei leermiddelen:
- Methode- en oefensoftwaredashboards
Digitale leermiddelen – zoals adaptieve programma’s en digitale methodes – beschikken vaak over dashboards die gedetailleerd inzicht geven in de voortgang van een leerling in een specifiek vakgebied, zoals rekenen of taal (spelling).Op basis van vakspecifieke inzichten kan een leraar het leerproces sturen. Hij kan bijvoorbeeld bepalen welke leerlingen meer aandacht nodig hebben. En hij ziet welk beheersingsniveau verschillende leerlingen hebben, om vervolgens de juiste instructie en oefenstof aan te reiken. Hij ziet ook welke leerlingen hij wellicht wat verdiepingsmateriaal kan aanbieden.
- Dashboards van niet-methodegebonden toetsen
Deze dashboards geven inzicht in resultaten uit zogenoemde niet-methodegebonden toetsen. Een voorbeeld van zo’n dashboard is LOVS. Deze toetsen zijn methode-overstijgend en behandelen een vaardigheid als geheel. Dit in tegenstelling tot methodegebonden toetsen, die voornamelijk inzicht geven in de mate waarin een leerling de stof beheerst die net aan bod is gekomen.Dashboards van niet-methodegebonden toetsen geven een beeld van het niveau van een leerling. De toetsen zijn genormeerd, waardoor je ook inzicht kunt krijgen in het niveau van de individuele leerling in relatie tot het gemiddelde niveau van de normgroep. Ook is er een analyse mogelijk van deze toetsen op deelonderwerpen. Zo krijg je inzicht in de ontwikkeling: waar die op niveau is, en waar extra aandacht nodig is. Vaak is het mogelijk deze gegevens te exporteren naar een leerlingadministratiesysteem (zie ook Leerlingvolgsysteemtoetsen).
- Dashboards in leerlingvolgsystemen
Leraren kunnen al via bestaande dashboards, zoals in het leerlingvolgsysteem, informatie vinden over toetsresultaten. Denk aan methodetoetsen of CITO-scores, die vooral de voortgang over een langere periode laten zien. De leraar kan daarin bijvoorbeeld zien hoe de leerling ervoor staat ten opzichte van een eerdere periode zoals het vorige schooljaar.
5 tips
1. Gebruik inzicht in voortgang om te differentiëren in tempo, niveau en methode
Inzicht in voortgang kan helpen bij het bieden van maatwerk aan leerlingen. Stel daarbij altijd hogere verwachtingen aan alle leerlingen. Wil je meer lezen over wat werkt bij differentiëren in de klas? Lees dan de publicatie van de Kennisrotonde ‘Differentiatie in de klas – wat werkt?’.
2. Kijk naar manieren om leerlingen in hun geheel te volgen
Wellicht dat een leerling meer aandacht nodig heeft bij een bepaald vak dan bij een ander vak. Dit zijn verschillen die kunnen zijn ontstaan in de afgelopen periode. Kijk of je uit de informatie van leermiddelen die je gebruikt mogelijk dit soort afwegingen kan maken.
3. Zorg voor communicatie en afstemming tussen teamleden
Kies je ervoor om het convergerend eindpunt los te laten? Dan kunnen leraren die later met een leerling werken er niet meer op rekenen dat leerlingen op elk moment met dezelfde inhoud bezig zijn. De overdracht tussen leraren wordt dan een essentieel onderdeel. Dit gaat dan niet meer per klas, maar per leerling. Leg dus het leerproces en het individuele niveau per leerling goed vast en zorg ervoor dat je heldere afspraken maakt over hoe je die informatie overdraagt.
4. Let op curriculumbewustzijn
Achter elke methode zit een leerdoelenstructuur die je kunt vinden in het bijbehorende docentenmateriaal. Maar als een leraar met verschillende leermiddelen werkt, moet hij zelf een leerdoelenstructuur ontwikkelen of er een kiezen die bruikbaar is. Dat heeft ook invloed op het duiden van de informatie in een dashboard.
5. Probeer uit, doe ervaring op, bespreek ervaringen in teamverband en trek samen op
Als jij en je team nog weinig ervaring hebben met het gebruik van dashboards in digitale leermiddelen binnen het onderwijs, begin dan klein. Probeer eerst een paar dingen uit en maak niet meteen een complete switch naar een andere manier van werken. De ervaring leert dat dat eigenlijk nooit tot bevredigende resultaten zal leiden. Deel ervaringen met elkaar. Bespreek deze ervaringen vervolgens periodiek zodat leraren het leerproces samen stapsgewijs en continu kunnen optimaliseren. Trek dus vooral samen op.
Overgangsbeleid voortgezet onderwijs
Door de coronacrisis staat het overgangsbeleid (weer) volop in de schijnwerpers. In het schooljaar 2019-2020 pasten alle door de VO-raad onderzochte vo-scholen het overgangsbeleid aan. Een factsheet geeft inzicht in de aanpassingen die scholen deden.