Vragen over rechten personeel
voor PO en VO | gepubliceerd op 14 december 2020
Welke rechten hebben werknemers in het primair en voortgezet onderwijs binnen de richtlijnen en protocollen rond COVID-19? Hier vind je een aantal antwoorden op veelgestelde vragen over de rechten van personeel.
door CNV Onderwijs
Risicogroep
Werknemers die tot een risicogroep behoren, komen werken – mits het een controleerbare omgeving betreft, eventueel met aanvullende maatregelen. Dat kan betekenen dat voor deze werknemers aanvullende afspraken gelden, zoals het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen of aanpassing van de werkzaamheden. Werknemers uit de risicogroepen of werknemers met gezinsleden uit de risicogroep hebben de keuze van dit uitgangspunt af te wijken na overleg met de werkgever (al dan niet met betrokkenheid van de bedrijfs- of arbo-arts).
Zorgen over veiligheid
Werknemers die niet tot een risicogroep behoren maar die zich wel ernstig zorgen maken, kunnen daarover in gesprek met hun werkgever. In dat gesprek kunnen afspraken worden gemaakt over persoonlijke beschermingsmiddelen of aanpassing van de werkzaamheden (al dan niet met betrokkenheid van de bedrijfs- of arbo-arts). Werknemer en werkgever zullen hier samen uit moeten komen. Uitgangspunt is wel dat een werknemer die niet tot de risicogroep behoort, zijn of haar reguliere werkzaamheden (op de reguliere werkplek) verricht.
Medezeggenschap
Schoolbreed heeft de MR een belangrijke rol. Een school kan aanvullende maatregelen invoeren. Waar het gaat om maatregelen voor een veilige leer- en werkomgeving moet in elk geval de medezeggenschap worden betrokken.
- De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht voor wat betreft de “vaststelling of wijziging van regels op het gebied van het veiligheids-, gezondheids- en welzijnsbeleid” op grond van artikel 10 lid 1 onder e WMS (WMS).
- Ook artikel 11.1.f, een adviesrecht voor de hele MR over de organisatie van de school, speelt hier een rol.
- Als het gaat om het vormgeven van het thuisonderwijs kan ook het beleid rondom de voorzieningen voor leerlingen in beeld komen. In het primair onderwijs is dat een instemmingsbevoegdheid van de oudergeleding (artikel 13.1.d). In het voortgezet onderwijs gaan de leerlingen daarover (artikel 14.3.c).
- De personeelsgeleding heeft bovendien op grond van artikel 12, lid 1 onder d WMS instemmingsrecht op de vaststelling van het werkreglement dat wordt vastgesteld op grond van artikel 7:660 BW.
- De personeelsgeleding heeft daarnaast nog op grond van artikel 12, lid 1 onder k WMS instemmingsrecht met betrekking tot de “vaststelling of wijziging van een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden”.
Indien de MR het niet eens is met de maatregelen die de werkgever voorstelt, dan kan de MR daarover dus in gesprek voordat deze instemt.
Vergaderen en studiedagen
Onderwijspersoneel mag op school zijn, omdat daar het onderwijs verzorgd wordt. Net als iedereen in Nederland, wordt echter ook het onderwijspersoneel opgeroepen om waar mogelijk thuis te werken. Vergaderingen, studiedagen et cetera mogen dus niet fysiek plaatsvinden. Situaties met veel volwassenen in een ruimte moeten zo veel mogelijk vermeden worden.
Zwangerschap
Een personeelslid dat 28 weken of meer zwanger is moet 1,5 meter afstand tot alle anderen houden (dus ook tot leerlingen op de basisschool). Zwangere werkneemsters worden vanaf het derde trimester van de zwangerschap vrijgesteld van hun (reguliere) werk als het niet lukt om 1,5 meter afstand van anderen te houden. Zij moeten vanaf het derde trimester (vervangend) werk doen waarbij de afstand van 1,5 meter wel gehandhaafd kan worden. Meer informatie over zwangerschap, werk en COVID-19 is te vinden op de website van het RIVM.