Maatwerk voor thuiszittende leerlingen begint bij Doorstart aan de keukentafel
Doorstart, onderdeel van OPDC Groningen, biedt thuiszittende jongeren maatwerk met intensieve begeleiding. Het doel: leerlingen helpen om weer mee te doen met onderwijs. Wiskundedocent Jan Willem Brinkhorst en orthopedagoog Alina Schutter vertellen hoe dit traject eruitziet en welke uitdagingen ze tegenkomen.

Een leerling met ernstige verlatingsangst kon al lange tijd niet meer naar school. Zelfs een korte afwezigheid bij haar ouders veroorzaakte paniek. ‘De eerste stap was om haar te laten wennen aan het idee van school’, vertelt orthopedagoog Alina Schutter van Doorstart. ‘We begonnen heel klein: eerst op een parkeerplaats bij school, terwijl haar ouders dichtbij bleven. Daarna bouwden we het langzaam op.’ Elke week werd de afstand en de tijd vergroot, totdat ze uiteindelijk een paar uur per dag in de onderwijsomgeving kon werken. Inmiddels is ze helemaal terug in het reguliere onderwijs.
Doorstart is een traject binnen de tussenvoorziening OPDC (Ortho Pedagogisch Didactisch Centrum) Groningen, en is er voor leerlingen waarbij het programma op de eerdere school niet aansluit bij de ondersteuningsbehoeften van de leerling. Doorstart helpt thuiszittende leerlingen in het regionale samenwerkingsverband. ‘Deze leerlingen kunnen om verschillende redenen niet deelnemen aan het reguliere onderwijs’, vertelt wiskundedocent Jan Willem Brinkhorst. ‘Veel van hen zijn een tijdlang onzichtbaar geweest. Sommigen zitten al anderhalf jaar thuis zonder onderwijs. Ze waren uit beeld geraakt bij scholen en leerplichtambtenaren, met als gevolg dat niemand meer weet hoe het met hen gaat.’
Een alternatief
Doorstart richt zich op leerlingen die niet in staat zijn om onderwijs op locatie te volgen vanwege onderliggende problematiek, zoals autisme, langdurige ziekte of angsten. ‘Leerlingen zitten in een vicieuze cirkel’, legt Schutter uit. ‘Angsten belemmeren hen niet alleen op school, maar ook in het dagelijks leven. Sommigen durven niet naar de supermarkt of een sportclub, verliezen sociale contacten en raken in isolement. Wij bieden een alternatief waarbij onderwijs weer haalbaar wordt, in kleine stapjes.’
Doorstart biedt plek aan honderd leerlingen, maar de vraag is groter. ‘We dachten dat het om ongeveer veertig leerlingen in de regio ging, maar inmiddels weten we dat er veel meer zijn’, zegt Schutter. ‘Er is een wachtlijst en we moeten blijven puzzelen om iedere leerling goed te begeleiden.’
Individueel maatwerk en haalbare doelen
De leerlingen die bij Doorstart terecht komen worden bijvoorbeeld aangemeld via een samenwerkende school in overleg met het samenwerkingsverband. Vaak spelen ook zorginstellingen een rol. De eerste zes tot acht weken staan in het teken van analyse. Schutter: ‘In deze periode draait het om kennismaken en vertrouwen opbouwen met de leerling. Soms betekent dat eerst alleen praten, een spel spelen of samen ontdekken waar de leerling interesse in heeft.’ Daarna volgt een onderwijsplan op maat dat aansluit bij het niveau en de belastbaarheid van de leerling.
Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat leerlingen stap voor stap succeservaringen opdoen. ‘We beginnen altijd bij wat haalbaar is’, zegt Schutter. ‘Bij een leerling die worstelt met rekenen, maar sterk is in meetkunde, beginnen we met dat domein voor een succeservaring. We toetsen dit op een behapbaar niveau.’ Op die manier wordt niet alleen de cognitieve ontwikkeling gestimuleerd, maar ook het zelfvertrouwen en de motivatie om verder te leren. ‘Het uiteindelijke doel is dat de leerling weer kan deelnemen aan onderwijs, maar de route verschilt per persoon’, zegt Brinkhorst. ‘Sommigen bouwen op richting een schoollocatie, anderen volgen een hybride traject waarin ze deels thuis en deels op een tussenvoorziening werken.’
Voor sommige leerlingen is terugkeer naar een vo-school niet haalbaar, zoals een hoogbegaafde jongen met ernstige dyslexie die zelfs zijn naam niet kon opschrijven. ‘Zijn intelligentie was geen probleem, maar de manier waarop het onderwijs was ingericht, paste niet bij wat hij nodig had’, vertelt Schutter. ‘We hebben gekeken welke alternatieve leermiddelen en methodes voor hem wel toegankelijk waren. Daarnaast onderzochten we welke route hij na Doorstart kon volgen.’ Dat betekende in zijn geval een voorbereiding op een mbo-opleiding, waarin hij begeleid werd in het omgaan met zijn dyslexie en kon werken aan zijn toekomst. ‘Voor sommige leerlingen is een diploma het einddoel, voor anderen draait het om een route naar passend werk’, zegt Brinkhorst. ‘Deze leerling heeft nu een opleiding die wel bij hem past, en dat is waar we het voor doen.’
Vast overleg
Docenten van Doorstart begeleiden de leerlingen ambulant. ‘We beginnen vaak letterlijk aan de keukentafel’, zegt Brinkhorst. ‘Daar werken we aan basisvaardigheden en routine.’ In de loop van het traject wordt de stap naar een schoollocatie voorbereid. ‘Sommige leerlingen starten met een uurtje per week op een andere tussenvoorziening zoals een bibliotheek, anderen wennen door een keer mee te lopen op school. De opbouw gaat in kleine fasen en altijd in overleg.’
Samenwerking met zorg en leerplicht is daarbij heel belangrijk. ‘In het begin was het lastig om iedereen op één lijn te krijgen’, vertelt Brinkhorst. ‘Er waren veel verschillende instanties betrokken, elk met hun eigen procedures. Inmiddels hebben we vaste overlegmomenten waarin alle partijen samenkomen om de voortgang te bespreken.’
Ruimte voor ontwikkeling
Sommige situaties vragen om meer dan alleen onderwijsondersteuning. Zo begeleidde Doorstart een leerling wiens moeder ernstig ziek was. ‘Zijn mentor kwam bij hem thuis om hem te begeleiden’, vertelt Schutter. ‘Daardoor kreeg hij niet alleen zicht op de schoolontwikkeling van de leerling, maar ook op de zware situatie binnen het gezin.’ De leerling ging deels naar school, maar bleef ook in de thuissituatie vastzitten. ‘Voor de mentor was dit intensief werk’, zegt Brinkhorst. ‘Je bent niet alleen bezig met schoolresultaten, maar leeft ook mee met wat er thuis gebeurt.’
Bij Doorstart wordt altijd gekeken naar wat haalbaar is. ‘Voor deze leerling betekende dat ondersteuning waar mogelijk, zonder extra druk te leggen’, zegt Schutter. ‘Het begeleiden van leerlingen gaat soms verder dan school: het vraagt ook om begrip en flexibiliteit in moeilijke situaties. Onderwijs kan pas een optie worden als er ruimte is voor ontwikkeling. In die gevallen nemen we een monitorende rol aan en stappen we in zodra het kan.’ Lukt terugkeer naar regulier onderwijs niet, dan wordt gekeken naar alternatieve routes zoals dagbesteding of beschutte arbeid.
Lessen en toekomstperspectief
Inmiddels draait Doorstart al enkele jaren en worden steeds meer leerlingen succesvol teruggeleid naar onderwijs of werk. ‘We zien leerlingen die slagen voor hun examens, een mbo-route starten of via stages werkervaring opdoen’, vertelt Brinkhorst. ‘Sommigen krijgen zelfs een vast contract bij een werkgever.’
‘Ook wij blijven leren’, zegt Schutter. ‘We analyseren data om ons aanbod te verbeteren.’ Voor docenten vraagt dit traject ook om specifieke vaardigheden. ‘Docenten combineren vakkennis met coaching, heel belangrijk bij deze doelgroep. Je moet ook weten hoe je omgaat met leerblokkades, motivatieproblemen en samenwerking met zorginstanties’, zegt Brinkhorst. Hij benadrukt dat het werk intensief is, maar ook veel oplevert. ‘Het is heel waardevol om te zien hoe een leerling na maanden thuiszitten weer stappen zet. Of dat nu richting school is, of naar een andere vorm van ontwikkeling: het belangrijkste is dat ze weer perspectief krijgen.’