Veelgestelde vragen voortgezet onderwijs
voor VO | bijgewerkt op 14 april 2021
- Op de pagina Protocollen en checklists vind je de protocollen voor het basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs.
- I Algemeen
- II Privacy
- III Examens
- IV Q&A-vragen december
- V OV-afspraken
- VI Vakantie / reizen
- VII Personeel
- VIII Praktijkonderwijs en beroepsgerichte vakken
- 1.
Welke leerlingen komen weer naar school en wanneer?
Het is belangrijk dat iedere leerling met regelmaat weer naar school komt. De school organiseert dit zelf op een zo goed mogelijke manier.
Hierbij blijven scholen bijzondere aandacht houden voor examenleerlingen, kwetsbare leerlingen en leerlingen die praktijkgerichte lessen volgen, omdat zij in het bijzonder gebaat zijn bij onderwijs op school.
De school is open, tenzij…
- Het advies van de GGD over besmettingen op school en beperking van het verspreidingsrisico hier aanleiding toe geeft, of
- De school organisatorisch geen andere mogelijkheid heeft dan te sluiten, omdat teveel personeelsleden ziek zijn of in quarantaine moeten, en geen vervanging beschikbaar is.
Het spreekt voor zich dat scholen niet aan het onmogelijke worden gehouden.
- 2.
Voor wie geldt de regel om 1,5 meter afstand te houden?
Sinds 13 januari jl. is het afstandscriterium van 1,5 meter voor iedereen van toepassing die op school komt. Indien het organisatorisch niet mogelijk is om de 1,5 meter afstand te realiseren en er concessies nodig zijn (scholen zijn niet aan het onmogelijke gehouden) dient deze concessie gevonden te worden in het bieden van bijvoorbeeld (vormen van) afstandsonderwijs / online onderwijs / halve klassen en niet in een concessie op de 1,5 meter.
Voor praktijkgerichte lessen in het vmbo en voor alle lessen in het vso en pro geldt dat ingewikkelde situaties kunnen bestaan ten aanzien van afstand houden en dus geldt hier de norm van zoveel als mogelijk afstand houden.
Daarnaast geldt nog steeds de verplichting om buiten de lessen om een mondkapje te dragen. Lees hierover de toelichting op de mondkapjesplicht.
- 3.
Wat is cohortering?
Cohortering betekent dat leerlingen worden ingedeeld in subgroepen en dat het contact tussen deze subgroepen wordt beperkt. Cohortering in vaste groepen, waarbinnen nog steeds de 1,5 meter maatregel geldt, is een noodzakelijke maatregel en draagt bij aan het tegengaan van de verspreiding van het coronavirus.Wanneer een groep leerlingen binnen de klas kan worden opgedeeld in subgroepen, hoeft bij een eventuele besmetting op een school mogelijk niet de hele klas of school in quarantaine, maar alleen de relevante subgroep. Scholen maken zelf de afweging op welke manier dit georganiseerd wordt.
- 4.
Zijn leerlingen verplicht om op school te komen?
Ja, het uitgangspunt is dat alle leerlingen minimaal één dag in de week het onderwijs op school volgen.
Scholen dienen een maximale inspanning te doen om fysiek onderwijs te realiseren. Afhankelijk van het door de school gemaakte rooster zijn alle leerlingen op de voor hen vastgestelde tijden verplicht om naar school te komen.
Scholen zijn hierbij niet aan het onmogelijke gehouden. Dus naast fysiek onderwijs zal er ook online onderwijs worden gegeven.
De Inspectie neemt contact op met scholen als ze signalen krijgen dat scholen hier toch sterk van afwijken. Uiteraard kan het zo zijn dat scholen, op advies van de GGD of vanwege organisatorische redenen (bijvoorbeeld te weinig personeel), geen fysiek onderwijs te kunnen verzorgen. Het spreekt voor zich dat scholen niet aan het onmogelijke worden gehouden.
Alleen leerlingen die in een medische risicogroep vallen onder een ander regime. Daarnaast blijven leerlingen die corona gerelateerde klachten hebben thuis, en wordt zeer dringend geadviseerd zich te laten testen. Pas nadat zij een negatieve testuitslag hebben komen zij terug naar school. Zonder test kan je pas weer naar school als je minimaal 24 uur geheel klachtenvrij bent.
- 5.
Moet een school tijdens de periode van gecombineerd fysiek en online onderwijs melding maken van verzuim?
Scholen zijn verplicht om verzuim te melden als leerlingen niet deelnemen aan het voor hen georganiseerd fysieke onderwijs en onderwijs op afstand. Uitgangspunt hierbij is dat er sprake moet zijn van ‘geregeld schoolbezoek’, om aan de leerplichtwet 1969 te voldoen.
Onder het ‘geregeld schoolbezoek’ wordt verstaan dat de leerling het onderwijsprogramma dat hem vanuit de school wordt aangeboden volledig volgt. Doet de leerling dat niet, dan is er sprake van verzuim.
Zeker in deze tijd is het melden van verzuim van belang, om alle leerlingen goed in beeld te houden en hiermee de eventuele achterstanden zo klein mogelijk te houden.
- 6.
Zijn de scholen voor het praktijkonderwijs ook open?
De scholen voor praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs waren al open gebleven vanwege het gegeven dat het merendeel van hun leerlingen bestaat uit kwetsbare leerlingen of leerlingen die beroepsgerichte lessen volgen. Dit betekende dat deze scholen al open waren voor al hun leerlingen, ook voor die leerlingen die niet in een van deze categorieën vallen.
- 7.
Is het een verplichting om de beroepsgerichte lessen in het vmbo fysiek aan te bieden aan leerlingen?
Ja, de school moet de beroepsgerichte lessen ook op een vmbo-school fysiek aanbieden. Voor een groot deel van de beroepsgerichte lessen op een vmbo-school kan het ingewikkeld zijn om het onderwijs goed online of op afstand aan te kunnen bieden. Deze lessen moeten daarom fysiek op de school gevolgd worden en niet online of op afstand.
Dit geldt voor zowel het praktijkonderwijs, het voortgezet speciaal onderwijs en ook voor de praktijklessen op vmbo, havo en vwo.
- 8.
Mag lichamelijke opvoeding/gym (LO) doorgang vinden?
Laat lichamelijke opvoeding zoveel mogelijk buiten plaatsvinden, daar is het niet nodig om onderling 1,5 meter afstand te houden (net als bij buitensport).
Binnen moet wel zoveel mogelijk 1,5 meter afstand gehouden worden tussen leerlingen en leerling en docent.
Voor lichamelijke opvoeding (LO) waarvoor een externe sportaccommodatie wordt gebruikt kunnen, naast de accommodatie zelf, douches en kleedkamers geopend blijven. Het gaat dus alleen om de situaties waar een externe accommodatie voor onderwijsdoeleinden wordt gebruikt. Kleedkamers en douches mogen ook gebruikt worden indien de school de sportaccommodatie in eigen beheer heeft. Echter omwille van de veiligheid kunnen veiligheidsregio’s nadere maatregelen stellen en besluiten nemen, en kunnen GGD-en nadere adviezen geven, afhankelijk van de lokale situatie en accommodatie, waardoor het niet is uitgesloten dat in bepaalde gevallen de gymzalen en of de kleedkamers gesloten blijven.
Voorkom zoveel als mogelijk bewegingsactiviteiten waar fysiek contact en fysieke leerhulp van de docent voorwaardelijk is (bijvoorbeeld bij vangen en acrobatiek).
Zie ook kvlo.nl/hulp-en-advies/juridisch-onderwijs-cao/onderwijstype-of–thema/protocol-pagina-lo-in-coronatijd-2020-2021.html voor het protocol LO voor VO en VSO/PRO.
- 9.
Hoe zit het met ISK-leerlingen?
ISK-leerlingen vallen veelal in de categorie ‘kwetsbaar’ vanwege de taalachterstand en de ISK-scholen/locaties waren daarom al open gebleven.
- 10.
Hoe moet om worden gegaan met stages?
Of een stage van een leerling door kan gaan of niet is afhankelijk van de regels die gelden voor de desbetreffende sector/branche waar de stage wordt gelopen. Als die activiteiten doorgaan, kan de stage ook doorgaan. Er is ook een gemeenschappelijk plan opgesteld om leerlingen waar mogelijk te helpen in deze tijd aan een stage te komen.
- 11.
Komt onderwijspersoneel in aanmerking voor voorrang bij het vaccineren?
Nee. Er is door het kabinet een vaccinatiestrategie gekozen waarbij de voorrang voor betreffende groepen zijn geïdentificeerd op basis van het risico dat zij lopen op ernstige klachten en sterfte en niet op basis van andere overwegingen, zoals het beroep dat ze hebben.
- 12.
Wordt er in het voortgezet onderwijs een start gemaakt met sneltesten?
Ja, er is op 18 januari jl. een pilot gestart bij een groep van 20 scholen. Tijdens die pilot wordt onderzocht hoe deze sneltesten kunnen bijdragen aan het zo snel mogelijk signaleren en isoleren van besmettingen om daarmee het aantal besmettingen te bepreken.
- 13.
Wanneer komen er zelftesten en voor wie zijn die bedoeld?
Vanaf half april 2021 kunnen scholen een levering van zelftesten verwachten. In het voortgezet- en voortgezet speciaal onderwijs worden zelftesten ingezet voor het preventief testen van onderwijspersoneel en risicogericht testen van leerlingen.
Onderwijspersoneel zonder klachten krijgt de mogelijkheid om zich twee per week preventief te laten testen. Een zelftest is eenvoudig af te nemen, doordat ze minder diep de neus ingaan dan de reguliere testen in de GGD-teststraat. De test geeft binnen 30 minuten een uitslag. Het gebruik van zelftesten is altijd vrijwillig.
De scholen informeren hun medewerkers over de mogelijkheid van de zelftesten. De vertrouwelijkheid van persoonsgegevens is van groot belang. De uitslag van de testen van onderwijspersoneel worden niet op persoonsniveau geregistreerd door scholen. De GGD is verantwoordelijk voor de registratie van coronabesmettingen.
Het testen van leerlingen
Vanaf half april worden in het voortgezet- en voortgezet speciaal onderwijs zelftesten ingezet allereerst voor het risicogericht testen van leerlingen. Het risicogericht testen wordt gebruikt als er een besmetting bij een leerling of medewerker op school bekend is. Dit is ook altijd op vrijwillige basis.
Het verspreiden van de zelftesten naar de scholen wordt gecoördineerd door OCW. De PO-Raad en VO-raad denken hierin mee.
- 14.
Wat is de status van een zelftest in verhouding tot de testen die de GGD afneemt?
Er komen steeds meer testen in omloop, waaronder zelftesten die volgens sommige commerciële aanbieders goedgekeurd zijn door het RIVM. Echter, alleen de testen die in de teststraat van de GGD afgenomen zijn geven uitsluitsel over (het opheffen van) thuisquarantaine.
‘Waarom mag ik na een quarantaineadvies niet na 5 dagen een zelftest doen en uit quarantaine als deze negatief is?’ Dit mag inderdaad niet. U kunt pas uit quarantaine als u zich bij de GGD heeft laten testen en als die test een negatieve uitslag geeft.
De uitslag van een zelftest is minder nauwkeurig. Het RIVM adviseert daarom om zelftesten niet te gebruiken als u:
- coronaklachten heeft;
- dichtbij iemand met corona was;
- terugkeert uit een hoog-risicogebied;
Maak in bovenstaande gevallen dus nog steeds een testafspraak bij de GGD. Op die manier kan ook het bron- en contactonderzoek na een positieve test worden opgestart.
De betrouwbaarheid van een test hangt af van meerdere aspecten. De test moet juist afgenomen zijn, de test zelf moet betrouwbaar zijn (‘gevoelig’ genoeg om virusdeeltjes aan te tonen) en het moment moet juist zijn. Daarom is de meest betrouwbare test nog altijd de test die bij de GGD wordt afgenomen door een professional. Zie voor meer informatie over zelftesten: www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/testen/zelftesten-en-het-coronavirus
- 15.
Uitgangspunt: school registreert geen coronabesmettingen
Scholen hebben geen in principe geen grondslag om coronabesmettingen te verwerken (registeren, delen, bewaren) van leerlingen en medewerkers op individueel niveau, dat is onderdeel van de wettelijke taak van de GGD. Gegevens over de gezondheid van personen zijn bijzondere persoonsgegevens in de zin van de AVG en in principe verboden te verwerken. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft een Q&A over het registeren van corona-besmettingen op school opgesteld. De AP raadt het sterk af om als school coronabesmettingen bij te houden van leerlingen op basis van toestemming. Het bijhouden van coronabesmettingen van medewerkers is verboden, zie deze Q&A van de AP.
- 16.
Wat is de rol van de GGD en de rol van de school in het bestrijden van corona en bron- en contactonderzoek?
Rol GGD:
– De GGD heeft een wettelijke taak in de bestrijding van het coronavirus. Dit houdt in dat de GGD, naast preventie- en informatietaken, registreert welke personen besmet zijn met het coronavirus, bron- en contactonderzoek uitvoert en informatie en adviezen over testen en quarantaine verstrekt aan personen die als contact uit bron- en contactonderzoek naar voren komen. Daarnaast heeft de GGD speciale scholenteams ingericht die scholen adviezen geven over (extra) maatregelen, het (deels) sluiten van de school en indien nodig wordt er uitbraakonderzoek op school verricht.Rol school:
– Meldplicht
De school heeft een belangrijke rol in het per ommegaande melden bij de GGD van een besmetting op school. Deze melding bevat geen tot personen herleidbare gegevens. Die meldplicht vloeit voort uit het nationaal testbeleid en artikel 26 van de Wet Publieke Gezondheid (Wpg).
– Ouders en medewerkers informeren
Scholen moeten ouders en medewerkers informeren na een besmetting op school. Dit gebeurt anoniem. De GGD voorziet scholen van standaardbrieven die voor de communicatie gebruikt kunnen worden. Het advies is dan ook om van deze standaardbrieven gebruik te maken en in die brief anoniem te melden dat er een coronabesmetting is vastgesteld. Zie hiervoor de handreiking bij besmetting COVID-19.
– Gegevensdeling GGD voor bron- en contactonderzoek
Sinds de heropening van het funderend onderwijs (in februari en maart 2021) is het bron- en contactonderzoek aangescherpt. Het is belangrijk dat de school meewerkt aan het onderzoek in het kader van de publieke gezondheid, zoals vastgelegd in de Wpg). In de handreiking gegevensdeling bij bron- en contactonderzoek vind je een opsomming van de gegevens van contacten die een school kan delen met de GGD, en welke gegevens beslist niet mogen worden gedeeld. Het onderscheid tussen deze categorieën is ook bekend bij de GGD’en.Het is belangrijk dat de school ouders en medewerkers hierover goed informeert. Ouders en medewerkers mogen bezwaar maken tegen het delen van contactgegevens.
- 17.
Welke gegevens mag de school uitwisselen met de GGD?
Het is belangrijk dat de school meewerkt aan het bron- en contactonderzoek in het kader van de publieke gezondheid, zoals vastgelegd in de Wpg. Het ministerie van OCW heeft een handreiking gegevensuitwisseling bron- en contactonderzoek gepubliceerd. Hierin lees je meer informatie over het uitwisselen van persoonsgegevens aan de GGD. In dit schema vind je een opsomming van de gegevens die mogen worden uitgewisseld en welke niet. Het is belangrijk dat de school ouders en medewerkers hierover goed informeert. Zij mogen wel bezwaar maken tegen het delen van contactgegevens.
- 18.
Mag de school vragen aan een leerling of deze corona heeft?
Nee, de school mag vanwege privacyredenen bij een absentmelding niet vragen of een leerling corona heeft of dat een leerling positief is getest (zie ook vraag 1). De leerling of de ouder/verzorger kan dit enkel vrijwillig, uit zichzelf, melden. Ook staat het de leerling of ouder/verzorger vrij om het niet bij de school te melden als de leerling besmet is met corona of nauw contact heeft gehad met iemand die positief is getest op corona. De school mag geen positieve of negatieve consequenties verbinden aan het wel/niet melden.
- 19.
Mag de school vragen aan een medewerker of deze corona heeft?
Nee, je mag als werkgever vanwege privacyredenen niet vragen of iemand corona heeft. De AVG bepaalt dat een werkgever niet mag vragen naar de reden van ziekmelding. Diegene kan dit enkel vrijwillig, uit zichzelf, melden. Ook staat het iedereen vrij om het niet bij de school te melden. Hier worden geen positieve of negatieve consequenties aan verbonden door de school. De Autoriteit Persoonsgegevens meldt dat een ziekmelding moet worden behandeld als een ‘normale’ ziekmelding: registratie van afwezigheid en een melding bij de bedrijfsarts.
- 20.
Mag de school uitwisselen met de GGD welke leerling corona heeft?
Nee, de school mag vanwege privacyredenen geen bijzondere persoonsgegevens (welke leerling is er besmet) registreren en/of uitwisselen met de GGD. Dit gebeurt anoniem. Bovendien is dat niet nodig, want de GGD weet meestal wie er besmet is, doordat een positieve coronatest wordt gemeld en wordt geregistreerd.
- 21.
Mag de school bijhouden welke leerling corona heeft?
Om privacyredenen is dit in algemene zin niet toegestaan. Alleen als er expliciete individuele toestemming is gegeven en is voldaan aan de voorwaarden zoals opgesteld door de Autoriteit Persoonsgegevens in de Q&A over het registeren van corona-besmettingen op school. Het wordt sterk afgeraden om als school bij te houden welke leerlingen besmet zijn met corona. Dit is een taak van de GGD. Daarnaast is de kans dat er onverhoopt fouten ontstaan aanwezig, en kan er druk op de school ontstaan om met ouders te delen welke leerlingen of personeelsleden besmet zijn. Daarom raden we het aan om goed contact te onderhouden met de door de GGD speciaal ingerichte scholenteams. Zij kunnen u informeren over het bron- en contactonderzoek op uw school.
- 22.
Mag de school communiceren welke leerling of medewerker corona heeft?
Nee, gegevens over de gezondheid van personen zijn bijzondere persoonsgegevens. De school kan ouders en medewerkers informeren over een besmetting, maar altijd zonder te noemen om welke persoon het gaat. De GGD voorziet scholen van standaardbrieven die voor de communicatie gebruikt kunnen worden. Het advies is dan ook om van deze standaardbrieven gebruik te maken en in die brief anoniem te melden dat er een coronabesmetting is vastgesteld.
Mocht de school en/of de besmette persoon toch reden zien om te delen wie er besmet is, dan kan dit alleen met expliciete individuele toestemming (en leg die toestemming vast, bijvoorbeeld via uw administratiesysteem). Ook moet de school kunnen aantonen dat die toestemming vrijelijk is gegeven en voor dit specifieke doel. We adviseren om in het geval van een medewerker aan de medewerker zelf te vragen om collega’s te informeren. Als het gaat om leerlingen, dan is ook daar de vraag of het echt noodzakelijk is om de naam te delen en wat de (sociale) gevolgen zijn als u dat als school doet.
- 23.
Mag de school aan een medewerker vragen of diegene gevaccineerd is?
Nee, je mag als werkgever niet vragen of iemand gevaccineerd is. De vraag is namelijk wat de school wil bereiken met deze informatie en of het daarvoor noodzakelijk is om een inbreuk te maken op iemands privacy. Indien die behoefte wordt gevoeld, is het algemene advies als volgt: ga eerst het gesprek met elkaar aan over eventuele zorgen en bespreek of er een oplossing mogelijk is zonder daarvoor privacygevoelige informatie te vragen of delen.
- 24.
Mag de school bijhouden wie in quarantaine zit?
Nee, de school mag niet bijhouden wie in quarantaine zit. We raden aan om te noteren dat de leerling of medewerker vanuit huis onderwijs volgt of lesgeeft vanuit huis.
Leerlingen
De school noteert alleen de afwezigheid van een leerling. Het is niet nodig om bij te houden wie in quarantaine zit. Als een leerling niet ziek is, maar wel thuis moet blijven kan genoteerd worden dat de leerling onderwijs vanuit huis volgt. De leerling wordt dan geacht (op afstand) bij de lessen aanwezig te zijn (zie ook de website van DUO).Medewerkers
Voor een medewerker geldt hetzelfde als voor leerlingen. Als een medewerker niet ziek is, maar wel thuis moet blijven (quarantaineverplichting), dan kan bijvoorbeeld genoteerd worden op welke dag de medewerker naar verwachting weer op school aanwezig is. In overleg met de medewerker kan worden afgesproken welke werkzaamheden (bijv. digitale les) vanuit huis kunnen worden uitgevoerd. - 25.
Mag een school een leerling de toegang weigeren omdat hij/zij nog in quarantaine zit?
De school mag de quarantaineduur voor leerlingen niet registreren. De kans op fouten zou hier ook groot zijn. De school mag een leerling met een beroep op de zorgplicht in algemene zin wel de toegang tot de school ontzeggen als men hier goede redenen voor heeft, zoals bij waterpokken of griepklachten.
- 26.
Mag een school om een bewijs van een negatieve of positieve coronatest vragen?
Nee, dit mag niet. De GGD verstrekt deze bewijzen ook niet.
- 27.
Mag de school de uitslag van een coronatest registreren?
Nee, de school registreert de uitslag van een coronatest niet en mag hier ook niet naar vragen.
- 28.
Hoe wordt het Centraal Examen geregeld?
Vanwege de coronacrisis hebben leerlingen in 2021 ruimere mogelijkheden om het examen af te leggen. Het tweede tijdvak voor het centraal examen wordt verlengd naar 10 dagen, waarmee leerlingen het centraal examen kunnen spreiden over langere tijd. Ook krijgen leerlingen een extra herkansing voor het centraal examen (2 in totaal).
Daarnaast kunnen leerlingen ervoor kiezen 1 vak niet laten meetellen voor het bepalen van de uitslag. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde.
Waar kan ik meer vinden over de aanpassingen van de examens?
Ook voor de examens 2021 heeft het ministerie van OCW een servicedocument gemaakt met een uitgebreide toelichting.
- 29.
Waar vind ik het servicedocument van het ministerie van OCW?
Het servicedocument vindt u hier: https://www.lesopafstand.nl/lesopafstand/richtlijnen/protocollen-en-checklists/#servicedocument-voor-besturen
- 30.
Op diverse scholen zal het soms lastig zijn om in de gangen 1,5 meter afstand te bewaren. Hoe is dit op te lossen?
Het is inderdaad belangrijk dat de 1,5 meter maatregel strikt wordt opgevolgd. Probeer dit zo goed mogelijk te handhaven door bijvoorbeeld looproutes te maken, pauzetijden te spreiden en het aantal bewegingen te beperken. Sinds 1 december jl. zijn leerlingen en onderwijspersoneel op school verplicht een mondkapje te dragen. Gedurende de les mogen de mondkapjes af, waarbij het van belang is dat de 1,5 meter afstand in acht wordt genomen. Gym, toneel, dans en bepaalde vormen van praktijkonderwijs vallen niet onder de mondkapjesplicht.
- 31.
Hoe zit het met leerlingen jonger dan 13 jaar of ouder dan 18 jaar in het VO?
De vuistregel is: leerlingen volgen de regels voor de sector waarin zij naar school gaan. Leerlingen jonger dan 13 of ouder dan 18 jaar in het VO volgen de regels van het VO, en leerlingen jonger dan 18 jaar die in het MBO zitten volgen de regels voor het MBO.
- 32.
Wie moet er in quarantaine indien er sprake is van een besmetting met COVID-19?
Als er een besmetting plaatsvindt, volgen school, leerlingen en ouders de instructies van de GGD. Voor het tijdig signaleren en beperken van besmettingen is goed bron- en contactonderzoek (BCO) cruciaal; medewerking hieraan is dus van groot belang.
Alle categorie 1- en 2-contacten uit BCO gaan in thuisquarantaine. Dit geldt ook voor alle kinderen die hieronder vallen, ongeacht de leeftijd. Dat betekent dat als een persoon positief wordt getest die op de school aanwezig is geweest, klasgenoten en leraren die in de betreffende periode als nauw contact (categorie 2) worden gezien, in thuisquarantaine gaan.
Leerlingen en onderwijspersoneel die als nauw contact (categorie 2) worden gezien, kunnen zich zo snel mogelijk en op dag 5 na het laatste contact met een besmet persoon laten testen in GGD-teststraat. Blijkt uit de test op dag 5 na het laatste contact dat de persoon niet besmet is, dan mag deze persoon in principe weer naar school. Testen is altijd op basis van vrijwilligheid. Kiest de persoon ervoor om op dag 5 na het laatste contact geen test af te laten nemen, dan blijft de persoon 5 dagen langer in quarantaine.
- 33.
Moet de school dicht indien sprake is van besmettingen?
Als er een besmetting plaatsvindt, volgen school, leerlingen en ouders de instructies van de GGD. Of een school dicht moet hangt af van de situatie en is ter beoordeling door de GGD.
Om het risico van een schoolsluiting te beperken is cohortering van belang: Cohortering betekent dat leerlingen worden ingedeeld in subgroepen en dat het contact tussen deze subgroepen wordt beperkt. Wanneer een groep leerlingen binnen de klas kan worden opgedeeld in subgroepen, hoeft bij een eventuele besmetting op een school mogelijk niet de hele klas of school in quarantaine, maar alleen de relevante subgroep.
Werk zoveel mogelijk met vaste plekken in de klas en bewaar de plattegrond daarvan. Houd een accurate registratie bij van klassenindelingen en presentie.
De beslissing tot een eventuele sluiting blijft uiteindelijk aan de GGD.
- 34.
Mag de schoolkantine open?
De schoolkantine mag open mits kan worden voldaan aan de 1,5 meter maatregel. Ook moet worden voldaan aan de hygiënemaatregelen waaronder het in de school (buiten de lessen) dragen van een mondneusmasker.
- 35.
De scholen gaan open voor alle leerlingen terwijl aan de andere kant door de overheid wordt opgeroepen om thuis te werken. Geldt dit dan ook voor de medewerkers in de VO-sector?
De boodschap is inderdaad: werk thuis als het kan en op locatie als het moet. Het werken op een school is echter aangemerkt als een vitaal beroep. Nu de deuren van alle scholen open zijn, wordt van leraren verwacht dat zij fysiek aanwezig zijn op school, tenzij het personeelslid coronagerelateerde klachten heeft of besmet is met covid-19.
Voor onderwijsondersteunend personeel geldt de richtlijn om zo veel mogelijk thuis te werken, met uitzondering van de werkzaamheden die op school (of locatie) moeten worden uitgevoerd. Hierover worden tussen werkgever en werknemer afspraken gemaakt.
- 36.
Mag ik andere activiteiten dan onderwijs, fysiek organiseren?
Nee, scholen dienen zich te concentreren op het geven van onderwijs aan de leerlingen. Alle andere activiteiten, zoals (team)vergaderingen, studiedagen, oudergesprekken, open dagen en vieringen, school-en klassenfeesten en (buitenlandse) excursies worden niet georganiseerd, en als het wel moet, digitaal.
- 37.
Hoe ga ik de inschrijving van nieuwe leerlingen regelen op mijn school?
Een school mag ouders / leerlingen de gelegenheid bieden om digitaal in te schrijven, met een digitale handtekening. Maar ouders / leerlingen moeten ook de mogelijkheid hebben om op papier in te schrijven: een school mag niet eisen dat dit alleen maar digitaal kan (vergelijk aangifte belastingen: hoewel de meeste mensen dit digitaal doen, moet iedereen het ook op papier kunnen doen).
Een digitale handtekening in de vorm van een scan van een op papier gezette handtekening heeft juridisch dezelfde status als een reguliere ‘fysieke’ handtekening, al is er een verschil in (juridische) bewijskracht. Het is niet waarschijnlijk dat er geschillen ontstaan over of er inderdaad een handtekening is gezet bij het inschrijven op een school, maar het is wel iets om rekening mee te houden. Er zou bijvoorbeeld na digitale inschrijving nog om een bevestiging met een fysieke handtekening gevraagd kunnen worden om onzekerheid uit te sluiten of de digitale handtekening wel écht door de ouders zelf is gezet.
- 38.
Welke eisen gelden er in het kader van de luchtventilatie?
Het is goed om de lokalen en andere ruimtes meerdere keren per dag te luchten door ramen en deuren 10-15 minuten per keer tegenover elkaar open te zetten.
Tijdens het ‘luchten’ kunnen sterke luchtstromen ontstaan (tocht). Vermijd dat deze sterke luchtstromen van persoon naar persoon gaan. Lucht gemeenschappelijke ruimtes zoals een lokaal of vergaderruimte bijvoorbeeld tijdens de pauze of na de bijeenkomst als iedereen de ruimte heeft verlaten.
Verder is het goed om recirculatie binnen één gemeenschappelijke ruimte waar meerdere personen gedurende langere tijd bij elkaar zijn te vermijden.
Er moet dus in een gemeenschappelijke ruimte via een ventilatievoorziening voldoende verse lucht van buiten naar binnen worden gebracht. Recirculeren (zonder voldoende luchtverversing) is geen vervanging voor ventileren.
Bij recirculatie tussen verschillende ruimtes (HVACsystemen) is het ook van belang dat er voldoende verse buitenlucht wordt toegevoegd en er daarmee wordt voldaan aan de eisen in het Bouwbesluit (Bouwbesluit, artikel 3.34).
Voor een volledig overzicht van de normen rondom ventilatie, is de Coronavirus Arbocatalogus VO van belang.
Daarnaast wordt verwezen naar de handreiking die door de VO-raad samen met PO-Raad en Ruimte-OK is opgesteld, de website lesopafstand.nl en naar de algemene richtlijnen rondom ventilatie van het RIVM.
- 39.
Veel ouders stellen vragen aan de school over de status van de ventilatie in onze schoolgebouwen. Hoe kan ik deze mensen goed helpen?
Er is door de scholen in het funderend onderwijs onderzoek gedaan naar de ventilatie op scholen. Hierover is een rapport op 1 oktober jl. aan de minister overhandigd. Scholen hebben ouders over de situatie op school geïnformeerd. Als bestuur bent u het aanspreekpunt voor vragen en acties rond ventilatie in de schoolgebouwen. Uiteraard kunt u dit beleggen bij een medewerker die de coördinatie hiervoor in handen heeft. Verder kunt u de ouders verwijzen naar de website lesopafstand.nl voor diverse Q&A’s en overige informatie rondom ventilatie.
- 40.
Waar kan ik meer informatie vinden over de stand van zaken rondom ventilatie op mijn school?
De schoolleiding of bestuurder heeft personeel en ouders (met separate brief) geïnformeerd over de situatie rondom ventilatie op hun schoolgebouw(en).
Voor meer informatie zijn onder andere Q&A’s geplaatst op de website lesopafstand.nl en op de site van de VO-raad.
- 41.
Wat kan ik doen als is gebleken dat de ventilatie in mijn lokaal/school niet (geheel) voldoet?
Op de website lesopafstand.nl zijn zgn. ‘handelingsperspectieven’ gezet die kunnen helpen om de ventilatie op korte termijn te verbeteren. Voor oplossingen van meer structurele aard dient het bestuur een plan van aanpak te maken en uit te voeren.
- 42.
Welke regels moet ik volgen, die uit het protocol of uit de Coronavirus Arbocatalogus VO?
Ten eerste de regels uit de Arbocatalogus. Voor het toepassen van de regels uit de Arbowetgeving is de Arbocatalogus namelijk leidend, dat gaat over de gezondheid van de werknemer. Voor het overige geldt het protocol dat gebaseerd is op de richtlijnen van het RIVM.
- 43.
Mag er zangles worden gegeven?
Op grond van het advies van het OMT en het besluit van de Rijksoverheid, is zangles niet toegestaan.
- 44.
Kunnen alle leerlingen binnen de school tegelijkertijd met pauze?
Het wordt dringend geadviseerd om de pauzes te spreiden. Dus kleinere groepen leerlingen per keer met pauze, waardoor er beter afstand kan worden gehouden en de verschillende klassen en/of subgroepen niet of zo beperkt mogelijk met elkaar in contact komen.
- 45.
Komt er extra geld om externe locaties voor fysiek onderwijs beschikbaar te stellen?
Er zal door het Kabinet de komende weken eerst worden gekeken waar scholen aan toe zijn bij de heropening van het v(s)o en hoe breed de behoefte is aan extra ruimte, wat scholen en gemeenten zelf kunnen doen en of er dan nog extra geld nodig is.
Ga voor specifieke vragen over externe locaties naar de Q&A onderwijs op externe locaties.
- 46.
Kunnen de lessen (live) gestreamd worden?
Ja, leraren mogen hun lessen streamen vanuit het leslokaal waarin ze lesgeven. Thuiszittende leerlingen kunnen op die manier de lessen volgen. Maak over de invulling hiervan afspraken met het docenten(team).
- 47.
Dient het meubilair tussen de lessen door te worden schoongemaakt?
De gangbare hygiënemaatregelen gelden onverkort. Dit betekent dat tafels, stoelen en werkplekken van docenten en leerlingen bij binnenkomst en vertrek moeten worden schoongemaakt
- 48.
Is het noodzakelijk om apparatuur telkens schoon te maken tussen verschillende groepen?
Apparatuur die gebruikt wordt door verschillende personen dient na ieder gebruik te worden schoongemaakt.
- 49.
De extra kosten die zijn gemaakt door corona, krijgen de scholen daar een extra vergoeding voor?
Nee, vooralsnog komt er geen vergoeding voor de extra kosten die gemaakt zijn in de afgelopen en de aankomende periode. Door het LCVS is dit onderwerp wel op de agenda gezet voor zover het gaat om kosten die nu (of in de toekomst) door scholen gemaakt moeten worden met betrekking tot ventilatiesystemen. Als het gaat om gebouwen die niet voldoen aan reeds bestaande (pre-corona) normen, dan ligt dat minder voor de hand.
- 50.
Sinds 1 december jl. is het dragen van een mondkapje verplicht, kunt u hier wat meer over vertellen?
Sinds 1 december jl. is het dragen van een mondkapje door het onderwijspersoneel en de leerlingen in de school verplicht, behalve op een vaste (zit)plaats. Gedurende de les mogen de mondkapjes af. De docent die door de klas beweegt, hoeft geen mondkapje te dragen mits de 1,5 meter afstand tussen de leerling en docent in acht wordt genomen. Gym, toneel, dans en bepaalde vormen van praktijkonderwijs vallen niet onder de mondkapjesplicht. Ook het onderwijspersoneel of leerlingen die vanwege een beperking of ziekte geen mondkapje kunnen dragen, opzetten of daarvan ernstig ontregeld raken, zijn daartoe niet verplicht en zijn uitgezonderd van de plicht. Het personeelslid of de leerling die zich beroept op een van de uitzonderingen zal de beperking of ziekte desgevraagd op enigerlei wijze aannemelijk moeten maken.
Voorbeelden van die uitzonderingen zijn:
- personen die een verminderde arm- of handfunctie hebben en daardoor geen mondkapje op kunnen zetten;
- personen van wie de ademhaling te veel belemmerd wordt vanwege een longaandoening;
- personen met zintuigelijke beperkingen die gebarentaal spreken;
- personen met (ernstige) brandwonden op hun gezicht waardoor geen mondkapje gedragen kan worden en
- personen die vanwege een verstandelijke beperking of psychische aandoening ontregeld raken als zijzelf een mondkapje dragen.
Een verkoudheid wordt onder andere niet gezien als ziekte of beperking. Ook in die gevallen dient de leerling danwel het personeelslid een mondkapje te dragen. Bij verkoudheidsklachten blijven medewerkers en leerlingen overigens thuis en wordt geadviseerd zich te laten testen.
- 51.
Wat is de juridische onderbouwing van het verplicht invoeren van de mondkapjes?
Op 9 oktober jl. hebben alle leden van de VO-raad de juridische onderbouwing ontvangen van het verplicht stellen van een mondneusmaker. In beginsel bepaalt het schoolbestuur in het voortgezet onderwijs wat er in en rond zijn gebouwen gebeurt.
Sinds 1 december jl. is het dragen van een mondkapje een wettelijke verplichting. Hiermee is de eerder opgestelde juridische onderbouwing verder verstevigd.
- 52.
Wat moet een school doen bij een (verdenking van) besmetting?
Het is gebruikelijk dat scholen uitbraken van infectieziekten melden bij de GGD afdeling infectieziektebestrijding. Er geldt een nationaal testbeleid voor COVID-19 en daarin is bepaald dat de schoolleider of locatiemanager bij één of meer bevestigde besmettingen met COVID-19 dit meldt bij de GGD als zij daarover nog niet door de GGD zijn benaderd.
De school houdt zich bij communicatie over besmettingen op school aan de wet- en regelgeving op het gebied van bescherming van persoonsgegevens/privacy.
- 53.
Waar dien ik te melden dat ik de school tijdelijk wil sluiten?
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het onderwijsveld hebben afgesproken om tijdelijke schoolsluiting in het primair, voortgezet, en (voortgezet) speciaal onderwijs vanwege het coronavirus landelijk te registreren. Hiervoor heeft de Inspectie van het Onderwijs per 15 oktober 2020 een meldpunt ingericht.
- 54.
Gelden de vorig jaar afgesproken OV-regels nog?
Ja. Scholen moeten, net als in de periode voorafgaand aan de zomervakantie, lokale afspraken maken met hun regionale vervoerder over het gebruik van OV door hun leerlingen. Hiervoor is het ‘Afsprakenkader Veilig Vervoer VO’ opgesteld.
Het is noodzakelijk om afspraken te maken omdat de capaciteit van het OV geen 100% is (zoals deze was voor de corona-uitbraak in Nederland). Spreiding blijft dus noodzakelijk, en daarmee het maken van goede afspraken.
Het uitgangspunt blijft dat leerlingen zoveel mogelijk met eigen vervoer of lopend naar de schoollocatie komen, of worden gehaald en gebracht door ouders/verzorgers. Alleen als het echt niet anders kan is het OV een optie. Iedere leerling die afhankelijk is van het OV moet ook op school kunnen komen. Scholen en vervoerders maken daarover lokale afspraken. De school en vervoerder(s) bekijken welke informatie daarvoor nodig is. Er dient maandelijks contact te zijn tussen vervoerder en school om te checken of het aantal ov-leerlingen verandert (bv. omdat de roosters zijn veranderd). Scholen die per dag minder dan 100 leerlingen hebben die met het OV reizen, zijn uitgezonderd van het maken van deze afspraken. Wel moeten scholen voor wie dit geldt zich eenmalig ‘afmelden’ bij de regionale vervoerder.
- 55.
Wat is het advies over reizen?
De overheid adviseert niet op reis te gaan naar en geen vakantie te boeken in het buitenland, in ieder geval tot en met eind mei. Zie hier voor de reisadviezen.
- 56.
Kan een werkgever verbieden dat een werknemer in zijn vakantie naar het buitenland afreist?
Verbieden is in beginsel niet mogelijk. Wel is het raadzaam de werknemer sterk af te raden om naar een risicogebied te reizen, de reisadviezen van het ministerie van Buitenlandse Zaken serieus te nemen en de werknemer erop te wijzen dat de gevolgen voor zijn/haar rekening en risico kunnen komen. Ook de Rijksoverheid raadt reizen naar oranje en rode reisgebieden ten strengste af. Een consequentie kan bijvoorbeeld zijn geen recht op loon als de werknemer toch afreist naar het risicogebied en vanwege het coronavirus door de lokale autoriteiten in quarantaine wordt geplaatst, waardoor hij/zij niet op tijd terug kan komen om werkzaamheden te hervatten.
Reist de werknemer naar een veilig gebied en verandert de situatie daar vervolgens waardoor de werknemer in quarantaine wordt geplaatst, dan is het uitgangspunt dat de werknemer recht heeft op loon. Dit kan anders worden als de situatie in het gebied geleidelijk verandert en de werknemer de waarschuwing of instructie van de werkgever om terug te keren weigert op te volgen.
- 57.
Wat zijn de regels voor leerlingen die op vakantie zijn geweest in landen met een oranje of rood reisadvies?
Wie terugkomt uit een oranje of rood (geworden) land wordt dringend geadviseerd 10 dagen in quarantaine te gaan. De quarantaine geldt ook voor kinderen van boven de 12 jaar.
Voor leerlingen die vanwege het dringende thuisquarantaine-advies direct na de vakantie niet naar school kunnen, is het doen van een verzuimmelding door de school bij de leerplichtambtenaar niet nodig. Voorop staat dat voorkomen moet worden dat leerlingen naar school gaan terwijl ze in thuisquarantaine horen te zitten. Scholen worden opgeroepen om zoveel als mogelijk in overleg te treden met ouders en leerlingen over mogelijkheden om vanuit de thuisquarantainesituatie afstandsonderwijs te volgen.
- 58.
Wat zijn de regels voor ouders die op vakantie zijn geweest in landen met een oranje reisadvies? Het wordt afgeraden om op vakantie te gaan naar ‘oranje landen’, voor ‘rode landen’ geldt een negatief reisadvies. Ouders die toch terugkomen uit een oranje of rood land worden dringend geadviseerd om 10 dagen in quarantaine te blijven. Zij moeten dus thuisblijven en mogen ook niet op school of op het schoolplein komen.
- 59.
Kan personeel dat behoort tot de risicogroep worden verplicht naar school te komen?
Werknemers die tot een risicogroep behoren komen werken mits het een controleerbare omgeving betreft, eventueel met aanvullende maatregelen. Werknemers uit de risicogroepen hebben de keuze van dit uitgangspunt af te wijken na overleg met de werkgever. Lees op de website van het RIVM over wie tot de risicogroepen behoort.
- 60.
Wanneer mag ik met voorrang getest worden?
Het kabinet heeft bepaald dat onderwijspersoneel bij wier afwezigheid de continuïteit van het onderwijs in gevaar komt (bv. doordat lessen uitvallen of klassen naar huis moeten worden gestuurd) met voorrang getest kan worden. De werkgever bepaalt wie hiervoor in aanmerking komt en gaat hier terughoudend mee om. Voor testen met voorrang is een verklaring van de werkgever nodig. De medewerker in kwestie kan dan – in principe – op de dag dat de test wordt aangevraagd worden getest en hoort ook op die dag de uitslag. De medewerker belt hiervoor met het nummer 0800-8101.
Voor medewerkers uit grensstreken (die wonen in Duitsland/België maar werken in Nederland) is een 088-nummer opgezet zodat ook zij een voorrangsafspraak kunnen maken. Dit nummer is +31 88 220 2700. Het is een 088-nummer, wat betekent dat eventuele kosten voor het maken van de afspraak liggen bij de beller.
- 61.
Indien een werknemer zorgen heeft of vermoedt dat er sprake is van besmetting door COVID-19, wat word ik als werkgever geacht te doen?
Wijs het personeelslid op het huidige regime waarin duidelijk staat vermeld dat iedereen die klachten heeft niet mag werken en wordt geadviseerd zich direct te laten testen.
- 62.
Als een werknemer in contact is gekomen met een besmet persoon, wat moet diegene doen?
In het geval een persoon in contact is gekomen (huisgenoten of overige nauwe contacten) met iemand met COVID-19, gaat diegene in quarantaine. Sinds 1 december jl. kan diegene die geen klachten heeft zich laten testen tijdens de quarantaineperiode. Dit is mogelijk vanaf de 5de dag nadat die persoon in contact is gekomen met een besmet persoon. Dit kan als u door de GGD of via de Corona Melder App bericht krijgt. Meer informatie hierover vindt u op de website van de Rijksoverheid.
- 63.
Een werknemer geeft aan dat hij/zij positief getest is op COVID-19 maar geen klachten heeft. Kan deze werknemer op school komen werken?
De werknemer die positief getest is op COVID-19 maar geen klachten heeft moet 5 dagen vanaf de testafname thuisblijven in isolatie, omdat hij/zij besmettelijk kan zijn voor anderen.
Ook huisgenoten moeten thuisblijven, omdat zij misschien besmet zijn geraakt en door thuis te blijven voorkomen dat zij anderen besmetten. De isolatie eindigt als er tot 5 dagen na de testafname geen klachten zijn die passen bij COVID-19. De GGD bespreekt met de geteste wanneer dit het geval is.
Als zich binnen de 5 dagen na testafname klachten ontwikkelen bij het personeelslid/leerling, dan blijft de thuisisolatie in stand. Ook huisgenoten moeten dan thuis in quarantaine blijven tot 10 dagen na het laatste risicocontact met de werknemer.
- 64.
In de pauzes wordt er gesurveilleerd door het personeel, kan dit?
Ja, de basisregel van 1,5 meter afstand moet ook tijdens surveillances worden opgevolgd.. Op alle plekken behalve in het leslokaal moeten leerlingen en personeel een mondneusmasker dragen.
- 65.
Kan een personeelslid met een familielid in een risicogroep verplicht worden om fysiek op school les te geven?
Werknemers met gezinsleden/huisgenoten uit een risicogroep komen werken. Werknemers met gezinsleden/huisgenoten uit een risicogroep hebben de keuze van dit uitgangspunt af te wijken na overleg met de werkgever (al dan niet met betrokkenheid van de bedrijfs-/arbo-arts).
- 66.
Wat moet de medewerker doen als deze zelf niet in quarantaine hoeft maar wel zijn/haar eigen kind dat in het PO zit en de medewerker zelf daarom thuis moet blijven?
Wanneer een werknemer thuis moet blijven voor de opvang van een kind wegens quarantaine (niet wegens ziekte van het kind) is in deze situatie calamiteitenverlof mogelijk. Hierbij wordt het loon doorbetaald (artikel 15.1 lid 1 CAO VO). Calamiteitenverlof is echter alleen bedoeld om bij plotseling opkomende situaties de noodzakelijke voorzieningen te treffen. Het kan hooguit enkele dagen duren. Het biedt dus geen oplossing voor een langere periode waarin het kind thuis moet blijven. Daar is ook geen andere wettelijk voorziening voor.
Het is uiteindelijk aan werkgever en werknemer om dit samen op te lossen (maatwerk). Hoewel de opvang van de kinderen primair een zaak van de ouders is, vragen wij werkgevers in deze uitzonderlijke situatie ook begrip voor werknemers te hebben die er niet in slagen om de combinatie van opvang en werk (volledig) te regelen.
- 67.
Wat zijn de regels voor docenten en ander onderwijspersoneel die op vakantie gaan naar landen met een oranje reisadvies?
Het wordt afgeraden om op vakantie te gaan naar ‘oranje landen’, voor ‘rode landen’ geldt een negatief reisadvies. Wie toch terugkomt uit een oranje of rood land wordt dringend geadviseerd 10 dagen in quarantaine te gaan. Als docenten of ander onderwijspersoneel naar landen met een oranje of rood reisadvies op vakantie gaan, is het hun eigen verantwoordelijkheid dat ze op tijd terug zijn om de volledige quarantaine af te maken voordat de school begint en ze weer aan het werk gaan. Het kan zijn dat de werknemer zijn werk niet (volledig) kan verrichten omdat hij of zij fysiek op school aanwezig moet zijn. In dat geval kan gesteld worden dat het niet-werken voor risico van werknemer komt, met als gevolg dat geen recht op loon bestaat. Scholen doen er verstandig aan hun personeel hier op te wijzen, zodat ze na vakanties niet voor verrassingen komen te staan.
- 68.
Wat zijn de regels voor docenten en ander onderwijspersoneel die op vakantie gaan naar landen met een geel reisadvies en gedurende de vakantie oranje/geel worden?
Als iemand op vakantie gaat naar een land met code geel, dat tijdens het verblijf een code oranje/rood land wordt, kan dit voor risico van de werknemer komen afhankelijk van het feit of de werknemer bepaalde risico’s neemt om in het land te blijven.
- 69.
Kan je als werknemer, wonend in België of Duitsland en werkend in Nederland, waarbij Nederland het woongebied heeft aangemerkt als oranje, toch komen werken?
Er is geen beletsel om dan te komen werken op school in Nederland. Wij verwijzen hiervoor naar https://www.svb.nl/nl/bbz-bdz/covid19/reizen.
Uiteraard blijven alle andere maatregelen van kracht (blijf thuis bij klachten en laat je testen). Voor medewerkers uit grensstreken (die wonen in Duitsland/België maar werken in Nederland) is een 088-nummer opgezet zodat ook zij een voorrangsafspraak kunnen maken. Dit nummer is +31 88 220 2700.
- 70.
Mag een leraar de leerling verplichten de camera aan te zetten indien de leerling les op afstand volgt?
Allereerst moet er vastgesteld worden wat het doel van de digitale les is en of het daarvoor nodig is dat de leerlingen in beeld komen/zijn. Verder kan het voor het uitvoeren van goed onderwijs belangrijk zijn dat de leerlingen in beeld zijn, bijvoorbeeld bij een interactieve les, om de leerlingen goed te kunnen begeleiden of als leerlingen met elkaar moeten samenwerken. Het is dus mogelijk om leerlingen te verplichten om hun camera aan te zetten en de professional (docent) bepaalt of en wanneer dit noodzakelijk is (bijvoorbeeld bij het afnemen van toetsen).
Aandachtspunten:
- Instrueer leerlingen goed over wat ze zelf kunnen doen om de impact op hun privacy te beperken, bijvoorbeeld door het instellen of vervagen van de achtergrond.
- Als leerlingen bezwaren hebben, dan ga je met ze in gesprek en zoek je naar een oplossing.
- Bedenk dat de camera ook niet de gehele les aan hoeft te staan, maar alleen als de docent dat noodzakelijk vindt en er om vraagt.
- 71.
Hoe moet worden omgegaan met de praktijkvakken?
Voor praktijklessen in het beroepsgerichte onderwijs, de praktische vakken, en het praktijkonderwijs zegt het protocol dat het betrokken onderwijspersoneel en de schoolleiding met elkaar in overleg treden wanneer afstand houden tussen leerling en docent niet altijd mogelijk is. In specifieke lessituaties waar geen 1,5 meter afstand is te houden tussen leerling en docent, en waarbij een mondneusmasker de veiligheid van de lessen niet in gevaar brengt (zoals bij lassen) geldt dat een mondneusmasker dringend wordt geadviseerd ten aanzien van de beroepsgerichte vakken in het vmbo en de praktijkvakken in het praktijkonderwijs. Sinds 1 december jl. is het dragen van een mondneusmasker verplicht. Gym, toneel, dans en bepaalde vormen van praktijkonderwijs vallen niet onder de mondkapjesplicht.
- 72.
Wat moet worden verstaan onder ‘in overleg’?
In overleg betekent dat met wederzijdse instemming tussen schoolleiding en de betrokken medewerker kan worden afgeweken van de regel dat leerlingen en medewerkers 1,5 meter afstand houden. Bij praktijklessen in het beroepsgerichte onderwijs, de praktische vakken, en het praktijkonderwijs is het niet altijd mogelijk 1,5 meter afstand te houden van elkaar . Daarom moeten hierover afspraken worden gemaakt. Daarbij kan ook gekeken worden naar alternatieven, bijvoorbeeld of aanpassingen mogelijk zijn in bijvoorbeeld het geven van instructie.
Sinds 1 december jl. zijn leerlingen en onderwijspersoneel op school verplicht een mondkapje te dragen. Gedurende de les mogen de mondkapjes af, waarbij het van belang is dat de 1,5 meter afstand tussen leerling en docent in acht wordt genomen.
Gym, toneel, dans en bepaalde vormen van praktijkonderwijs vallen niet onder de mondkapjesplicht.
- 73.
Mag er gezongen worden tijdens de muziekles?
Op advies van het RIVM wordt het zingen in groepsverband dringend afgeraden, waaronder het zingen op school.
Hier vind je veelgestelde vragen en antwoorden met betrekking tot de protocollen. De vragen en antwoorden worden gemaakt door de VO-raad en zijn terug te vinden als lijst. Wil je snel antwoord vinden op je vraag? Maak dan gebruik van de zoekbalk. De Q&A van het ministerie van OCW gaat in op de aanvullende servicedocumenten, deze vind je bovenin als download.
Vragen en antwoorden heropening scholen ministerie van OCW (versie maart)
Het ministerie van OCW heeft een aantal veelgestelde vragen en antwoorden gepubliceerd over de heropening van scholen in het funderend onderwijs. Deze gaan in op de aanvullende servicedocumenten die je kunt vinden bij Protocollen en checklists.