Thuiszittende leerlingen komen virtueel samen bij Agora Underground

voor PO en VO | bijgewerkt op 4 maart 2024

Als leerlingen niet of weinig fysiek naar school kunnen komen, hoe pak je dat op afstand aan? Bij Agora Underground komen de leerlingen en leercoaches samen in een virtuele omgeving. Teamleider Tim Slot en coach John Mevis vertellen hoe ze leerlingen die thuiszitten, weer positief in contact brengen met het onderwijs.

Kleurige poppetjes verschijnen op het scherm van John Mevis, coach bij Agora Underground, en lopen snel naar het online klaslokaal. Het zijn de avatars van de leerlingen die om negen uur ‘s ochtends de virtuele wereld binnenkomen voor de dagstart in het virtuele schoolgebouw. “Eenmaal in het lokaal verschijnen via hun webcams ook de echte gezichten op het scherm en begint een gezamenlijk gesprek over bijvoorbeeld het nieuws of films”, vertelt Mevis. Agora Underground is een initiatief van Agora Onderwijs, speciaal voor thuiszittende leerlingen. Mevis en zijn collega’s bouwen langzaam het vertrouwen van de vaak getraumatiseerde leerlingen weer op, en verkleinen zo de drempel om weer naar de toekomst te kijken.

De leerlingen en coaches tijdens de dagstart

Werken aan vertrouwen

Agora Underground is onderdeel van het bekostigde Agora Onderwijs, een vorm van maatwerkonderwijs waarbij de leervraag (ofwel een challenge) van de leerling centraal staat. De leerlingen worden door een coach begeleid om te leren in vijf werelden: de wetenschappelijke, de kunstzinnige, de maatschappelijke, de sociale/ethische, en de spirituele. Agora startte in 2014 in Roermond met 24 kinderen, inmiddels doen er 26 scholen mee. Coach en voormalig leraar, Tim Slot, werd gevraagd om mee te denken over oplossingen voor het vraagstuk van thuiszittende leerlingen: “Wie zijn die twintigduizend kinderen precies die niet mee kunnen doen in het onderwijs, zouden we iets voor hen kunnen doen?”

“Ons kind voelt zich weer veilig, ze zingt en danst weer!” – Ouder van leerling Agora Underground

Tijdens de coronapandemie deden ze bij Agora al succesvol ervaring op met digitaal onderwijs, nu zetten ze dit ook in voor thuiszittende leerlingen uit het voortgezet onderwijs. “We begonnen met een groepje van acht leerlingen waarvan de meesten hoogbegaafd”, vertelt Slot. Maar hij merkte al snel dat ze weinig vertrouwen hadden in het onderwijs: “Ze sloegen niet aan op de gebruikelijke methodiek en challenges. We moesten iets geheel nieuws verzinnen.” Hij verdiepte zich in hoogbegaafdheid en schooltrauma en betrok er meerdere experts bij. Zo kwamen ze erachter dat leren voor deze leerlingen een aantal stappen te ver was, en dat ze op een ander niveau moesten beginnen: werken aan de dagstructuur en het vertrouwen. Dit is ook een van de belangrijkste lessen die Slot leerde tijdens dit proces: “Staar je niet blind op de methodiek, het gaat uiteindelijk om de menselijke kant. Vraag de leerling eens wat ze nodig hebben, soms is ze dat nog nooit eerder gevraagd.”

Opbloeiende nieuwsgierigheid

Coach John Mevis

Mevis: “Eerst gaat het om rust vinden, veiligheid, vertrouwen opbouwen, gezondheid, ritme en basisbehoeften. Wij bieden vooral een luisterend oor.” In deze eerste fase is het volgens hem al heel wat voor een leerling om in de ochtend in de virtuele omgeving in te loggen, en alleen maar mee te luisteren naar de anderen, nog zonder zelf mee te doen met de microfoon of camera. Wanneer de leerlingen weer wat meer rust en regelmaat in hun leven hebben, gaan ze over op fase twee. Daarbij is de band met de coach goed opgebouwd en laten de leerlingen een kleine bereidheid zien naar nieuwe onderwerpen en bezigheden. Ze doen actiever mee bij de gezamenlijke momenten online en laten hun gezicht vaker zien.

In de derde fase brengen ze talenten en interesses concreet in kaart en kijken ze weer naar de toekomst. Bijvoorbeeld doorstroom naar regulier onderwijs, staatsexamen doen, een vervolgopleiding in het mbo doen, of werken. In deze fase zien Slot en Mevis het zelfvertrouwen en de natuurlijke nieuwsgierigheid van de leerlingen weer opbloeien. “Het verdriet van eventuele trauma’s blijft, maar er is weer ruimte om te kijken naar wat wel lukt en kan”, vertelt Mevis. Dit uit zich ook in allerlei creatieve initiatieven. “We geven de leerlingen bouwrechten in de virtuele school, als ze met een idee komen zeg ik: breek de muren maar door! En zo zijn er nu een kunstatelier, een filmclub en een life-skills club”, zegt Slot.  

“Na drie maanden Agora Underground hebben we onze dochter weer terug!” – Ouder van leerling Agora Underground

Natuurlijke contacten

Eerst maken de coach en leerling kennis op locatie, maar daarna vervolgt het meeste contact online. Om op afstand goed zicht te hebben op een leerling en contact te houden, heb je bepaalde kennis en ervaring nodig vindt Mevis: “Als een leerling het scherm uitdoet, moet je aan de stem kunnen horen hoe het met hem gaat.” Aan de andere kant biedt online contact daar ook juist meer ruimte voor dan traditioneel klassikaal onderwijs – je hebt bijvoorbeeld niet de afleiding van vele andere leerlingen om je heen. “De leerling zit op een eigen plek, wij komen hun wereld in, waar ze zich veilig voelen. Daardoor zijn ze ook veel opener en accepteren ze meer van ons. Ze hoeven zich minder aan te passen, niet sociaal te conformeren aan klasgenoten en krijgen minder prikkels binnen”, zegt Mevis.

De keuze om met het huidige virtuele platform te experimenteren kwam volgens Slot uit voortschrijdende inzichten naar voren: “We begonnen met Google Meet. De gedachte was dat videobellen de beste optie was, na fysieke bijeenkomsten. Maar in een virtuele wereld, met avatars en lokalen, verloopt de interactie toch organischer.” Zo merkt hij dat het virtueel rondlopen met avatars dezelfde toevalligheid van natuurlijke contacten in een offline omgeving met zich meebrengt. “De leerlingen zijn ook heel creatief met het uiterlijk van hun avatar, vaak geven ze ermee hun gemoedstoestand weer. Bijvoorbeeld als een zombie.”

Ontmoetingsplek

Het virtuele schoolgebouw van Agora Underground

Daarnaast bevat het platform allerlei interactieve applicaties zoals spelletjes, een schoolbord, Kahoot en LessonUp. Ook kun je hyperlinks koppelen aan virtuele objecten, zoals een website over geografie aan een virtuele wereldbol, waar de leerlingen op klikken. Slot: “Om de veiligheid en privacy van de leerlingen te beschermen, kun je alleen de school in komen via een Google for education-account en alleen als je op de gastenlijst staat.

Voor het veiligheidsgevoel van de leerlingen is het heel belangrijk om te weten dat er niet zomaar een vreemde naar binnen kan komen.” Om die reden worden gastsprekers ontvangen in een virtuele gastenruimte, zoals recentelijk presentator Joep van Deudekom. “Leerlingen die durven, kunnen daarnaartoe teleporteren met hun avatar, maar de gast komt niet zomaar het schoolgebouw binnen.” Nu het platform zich bewezen heeft, wordt er binnenkort een DPIA (Data Protection Impact Assessment) op uitgevoerd – in het onderwijs is het essentieel om altijd het meest veilige platform te kiezen.  

“Het blijft altijd eng, maar ik kan eindelijk het begrip ‘toekomst’ weer omarmen” – Leerling Agora Underground

Toch is uitsluitend virtueel contact ook niet alles volgens Slot. “We komen soms samen voor een uitje, bijvoorbeeld naar Naturalis of de Koninklijke Militaire Academie. Dan merken we hoe belangrijk het offline contact is, er ontstaan allerlei vriendschappen.” Mede daardoor, en ook vanwege regelgeving, is Agora Underground er nu alleen voor kinderen in de regio. “De hybridevorm werkt volgens mij het beste, daarom hebben we ook een ontmoetingsplek op school met een huiskamer. We merken dat de leerlingen behoefte hebben aan het contact met elkaar en de coaches”, vertelt Slot.

Zijn advies voor andere scholen die thuiszittende leerlingen op weg willen helpen? “Ga aan de slag met een idee en ontdek gaandeweg wat het beste werkt. Laat je niet tegenwerken door de gedachte dat we het altijd op een bepaalde manier hebben gedaan, maar het is wel een spel van lange adem. De aanhouder wint!”

Terug